4-07-2022 Noortje van Campenhout

Afbouw salderingsregeling: Hoe worden zonnepanelen dan gestimuleerd?

Minister Jetten van Klimaat en Energie heeft in de tweede kamer gemeld dat hij van plan is om in de wet een absoluut maximum vast te leggen voor de rechtvaardige vergoeding die energiebedrijven moeten betalen aan zonnepaneeleigenaren voor het deel van de opgewekte stroom dat zij niet mogen salderen.

Half mei maakte Jetten bekend dat de uitfasering van het salderingsprogramma met nog een jaar wordt uitgesteld, tot 1 januari 2025.

1 januari 2023
De Tweede Kamer heeft inmiddels het wijzigingsvoorstel van de minister ontvangen voor de Elektriciteitswet 1998 en de Wet op de Milieubelasting, waarin de uitfasering van de salderingsregeling is geregeld. Dit betreft onder meer het mogelijk salderende deel van de opgewekte elektriciteit, dat geleidelijk afneemt. In het kader van de geleidelijke afschaffing van de saldering wordt in het wetsvoorstel ook bepaald dat kleinverbruikers moeten beschikken over een meetinrichting waarmee de aankoop en de invoering van elektriciteit op het net afzonderlijk kunnen worden gemeten.

Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2023 ingaat. De netbeheerder krijgt dan twee jaar de tijd, voor de datum van de uitfasering, om kleinverbruikers die nog geen meter hebben die onafhankelijk input en output kan meten, van zo'n meter te voorzien. Zodra de wet van kracht is, zijn kleinverbruikers verplicht zo'n meter aan te schaffen. Minister Jetten vraagt de Tweede Kamer het wetsvoorstel zo snel mogelijk te behandelen om de gewenste snelle inwerkingtreding te bereiken.

80% vergoeding
Met de afbouw van de salderingsregeling wordt de redelijke vergoeding die energieleveranciers moeten betalen voor elektriciteit die wordt teruggeleverd steeds belangrijker voor consumenten met zonnepanelen. Voor het percentage dat kleinverbruikers niet kunnen salderen – 36% in 2025 –  ontvangen kleinverbruikers een redelijke vergoeding van het energiebedrijf.

De wet kent een grondslag die de minister in staat stelt om met het oog op consumentenbescherming richtlijnen vast te stellen voor deze redelijke vergoeding. Een acceptabele prijs is cruciaal voor de terugverdientijd van investeringen van kleinverbruikers in zonnepanelen, maar hun onderhandelingspositie is nogal zwak in vergelijking met die van grote bedrijven. Het vorige kabinet heeft aangegeven het wettelijk minimum voor een acceptabele vergoeding te willen stellen op 80% van het leveringstarief dat een kleinverbruiker met zijn energieleverancier heeft afgesproken, minus belastingen en heffingen. Een minimumvergoeding van 80% van de kale leveringskosten is naar mijn mening een fatsoenlijk evenwicht tussen marktdynamiek en belangen van energieleveranciers enerzijds en consumentenbescherming en de belangen van zonnepanelenbezitters anderzijds.

Verlagen
De minister is van mening dat het op de lange termijn de voorkeur verdient dat er meer marktwerking komt en dat kleinverbruikers zelf kunnen bepalen aan wie en voor welk bedrag zij de door hen opgewekte en geïmporteerde elektriciteit willen verkopen. De mogelijkheid om geleidelijk meer marktwerking in de tarieven voor ingevoerde elektriciteit te brengen, bestaat door de vaststelling van het minimumtarief bij algemene maatregel van bestuur. Energieleveranciers krijgen hierdoor de kans om concurrerende feed-in modellen te creëren, zonder dat de prijzen voor klanten of de bedrijfsmodellen voor investeringen in zonnepanelen ingrijpend worden gewijzigd. Jetten wil de marktwerking stimuleren door het minimumtarief geleidelijk te verlagen. Daarbij zal hij aandacht besteden aan de terugverdientijden.

 

Absoluut maximum
Door de zeer variabele kosten van zonne-energie en de hoge leveringsprijzen van elektriciteit die momenteel gelden als gevolg van geopolitieke omstandigheden wil minister Jetten de vergoeding van een absoluut maximum voorzien.

Jetten wil voorkomen dat energieleveranciers een prijs moeten betalen die veel hoger is dan de kosten van het produceren van elektriciteit op de groothandelsmarkt. Dit vanwege de nadelige effecten op de energierekening door te hoge prijzen die energieleveranciers moeten betalen voor zonne-energie die aan hen wordt teruggeleverd. De last van een te hoge minimumvergoeding leidt tot onevenredig hoge energierekeningen voor klanten zonder zonnepanelen omdat de extra kosten die leveranciers moeten betalen, worden doorberekend aan alle klanten, ook die zonder zonnepanelen.

 

Bron: Solar Magazine